Apeldoorn: Het Loo 25-09-2012 14 km

Cor en ik kwamen om tien voor elf aan op het station in Apeldoorn en we gingen met de bus naar paleis het Loo waar we de wandeling begonnen om elf uur. Om  half drie waren we weer terug bij het restaurant van het paleis. We hebben daar nog een kopje thee (à 2,35 Euro)  gedronken. Om kwart voor drie waren we weer bij de bushalte. Twee uur en drie kwartier gelopen en drie kwartier gerust. Gemiddelde loopsnelheid 5,1 km/uur en totaal gemiddelde snelheid 4,1 km/uur. Het was ongeveer 17 graden Celsius en er stond weinig wind. Het was bewolkt weer maar de zon kwam ook af en toe tevoorschijn. We moesten 50 Eurocent betalen voor de toegang van het park. Het is een prachtig bosgebied om in te wandelen met veel variatie en prachtige oude bomen. Vooral de vele sprengen, waar we langs kwamen maakten de wandeling heel apart. Ook de schuilhut en de jachthut waren bijzonder. In de schuilhut hebben we onze boterhammen opgegeten. Hoe verder je van het paleis afkwam hoe minder bankjes er waren. De wandeling was qua lengte precies goed voor ons.
De Koninklijke Houtvesterij Het Loo is het grootste aaneengesloten bosgebied en een van de grootste natuurgebieden van Nederland. Het ligt op de Veluwe ten westen en noordwesten van de stad Apeldoorn.
De Houtvesterij strekt zich grofweg uit tussen de snelweg A1 in het zuiden, de weg van Vierhouten naar Emst in het noorden, de dorpen Elspeet en Uddel in het westen en het dorp Vaassen in het oosten. De totale oppervlakte is ongeveer 9700 hectare, welke volledig zijn omheind en slechts worden doorsneden door de N344 en de spoorlijn Amesfoort-Apeldoorn. Het dorpje Hoog-Soeren wordt volledig door de Koninklijke Houtvesterij ingesloten.
Het gebied bestaat hoofdzakelijk uit bos met daarin enkele grote (Asselsche Heide, Uddelsche Buurtveld, Hoog Soerensche Veld) en kleinere heidevelden. Er zijn vele wandelroutes en enkele fietsroutes uitgezet, die bij de ingangen met borden en informatiepanelen zijn aangegeven. Het gebied is met uitzondering van het jachtseizoen vrij toegankelijk.
Stadhouder Willem III wilde in de tuinen van Paleis Het Loo vijvers en fonteinen laten aanleggen. Daarvoor gebruikte hij de in het landschap al aanwezige sprengen (kunstmatige beekjes). Daarnaast liet hij pijpleidingen aanleggen om water uit hoger gelegen gebieden, zoals Asselt, naar de tuinen bij Het Loo te vervoeren. Het natuurlijke hoogteverschil zorgde voor waterdruk. Ook werden nieuwe sprengen aangelegd. De sprengen liepen van de oostflank van het Veluwemassief naar de lager gelegen IJsselvallei. Eerst werd er gegraven naar grondwater en vanaf die plek werden geulen gegraven. Het begin van een spreng heet een sprengenkop. De sprengen werden vroeger gebruikt om watermolens aan te drijven.