De namen van de vennen in het gebied van Natuurmonumenten zijn Staalbergven, Groot Aderven, Klein Aderven, Wolfsputven, Van Esschenven, Choorven, Witven, Groot Kolkven en de Brouwkuip. Voorts het Voorste Ven, het Achterste Ven, de Lammervennen, het Brandven en het Diaconieven. Omringd door het aangrenzende landbouwgebied liggen verder het Allemansven en het Hildsven. Bovendien zijn er ook nog eens veel naamloze kleine vennetjes.
De vennen zijn bijna alle zeer schilderachtig en aantrekkelijk door hun zwaar beboste, grillige of rechte oevers, het voorkomen van eilandjes en de begroeiing met de zeer geurige gagel en waterlelies. Veel van de vennen hebben een aanzienlijke omvang en een flinke oeverlengte. Er groeien kenmerkende en vaak zeldzame planten als moerashertshooi, biesvaren en oeverkruid en kwetsbare tapijten veenmos.
Oud Bos
Na onderzoek van bepaalde bomen bij gelegenheid van de storm van 1990 bleken in de Oisterwijkse bossen grove dennen voor te komen die nog van rond 1650 moeten dateren. Men heeft daarin zelfs een bewijs gezien dat in Nederland nog grove dennen van inheemse herkomst zouden bestaan, en dat deze soort dus als inheems moet worden beschouwd.
Om half negen ben ik met de wandeling gestart en om half twaalf was ik weer terug op de parkeerplaats. Twee en een half uur gelopen en 30 minuten gerust of stilgestaan. Gemiddelde loopsnelheid 3,9 km/uur en totaal gemiddelde snelheid 3,5 km/uur. De temperatuur liep op van 16 naar 22 graden Celsius. Het was mooi zonnig weer en er stond nauwelijks wind. Heel fijn wandelweer in een heel mooie omgeving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten