dinsdag 9 januari 2018

Eersel: Grens België Witrijt 18km 9-01-2018


















Ik loop door het bos en kom bij de Cartierheide. Een heidegebied van 220 ha groot. Het ontleent de naam aan Baron de Cartier de Marchienne, die tot 1932 delen van dit gebied in bezit had als jachtgebied. We doorkruisen het gebied over een prachtig Berkenlaantje.

Een laantje om nooit meer te vergeten.
Aan het einde kun je linksaf de route inkorten tot 11 km, maar rechtsafslaand over de zandweg kom je in sparrenbossen en loofbossen, soms drassig, die ons leiden tot aan de Belgische grens, waar je kan uitrusten bij Herberg in het Wilde Zwijn.

Unieke planten 
Het zuidelijk deel van de hei is de Hapertsche Hei, afgescheiden van de Cartierheide door de Bredase Baan. Hier marcheerden de legers van Napoleon.
Op de heide komt hier een grote populatie van diverse unieke plantensoorten voor. Bijvoorbeeld de veenbies en de wit- en bruine snavelbies. De groei van pijpestrootje en de gagel duidt op een vochtige bodem. Die soorten komen vooral voor in de omgeving van de beken en vennen. Karakteristieke heideplanten zijn de struik- en dopheide, kleine zonnedauw en klokjesgentiaan.

In de bossen passeer je  een nat gebiedje. Hier kun je via een omgevallen boom de waterloop oversteken. De Aa een van de bovenlopen van de rivier de Beerze. Oorspronkelijk was Grenspark De Kempen een uitgestrekt heidegebied met vennen, moerassen en stuifduinen. De heide werd intensief geplagd voor bemesting van de akkers, grazende kuddes schapen en koeien verhoogden met hun mest de vruchtbaarheid van de heidegronden.
Vanaf 1930 werd dit gebied - zoals zoveel Kempische bosgebieden - aangeplant voor houtproductie: vooral den, spar en lariks, die stuthout leverden voor de mijnbouw. Bron: Staatsbosbeheer.

Kleinschalige akkerbouw
Heide, bos en beken voeren hier de boventoon, naast ruige graslanden en wat kleinschalige akkerbouw. SBB probeert hier onder andere oude graansoorten te verbouwen, die vroeger op de zandgronden veelvuldig voorkwamen.
Haviken en uilen jagen er op muizen en andere kleine zoogdieren. Vaste gasten zijn ook de fitis en de veldleeuwerik.
Belgische grens
Via de bossen komen we aan de Belgische grens. De grenspaal geeft de landscheiding.

 Om kwart voor negen ben ik gestart met de wandeling en om kwart voor één was ik weer terug op de parkeerplaats. Drie uur en drie kwartier gelopen en een kwartier gerust of stilgestaan. Gemiddelde loopsnelheid 4,8 km/uur en totaal gemiddelde snelheid 4,5 km/uur. Het was bewolkt weer met weinig wind. De temperatuur liep op van -1 tot 4 granen Celsius. In augustus 2015 heb ik deze tocht eerder gelopen. Jammer dat op het laatste stuk het halve bos gekapt was. Toch een mooie wandeling.

Geen opmerkingen: