woensdag 14 juli 2010

Twentse beken en dreven Delden 13-07-2010 25km




Om zeven over half tien zijn we op het station van Delden gestart en om drie uur veertig waren we weer terug. Rusttijd 45 minuten. Gemiddelde loopsnelheid 4,8 km/uur. Totaal gemiddelde snelheid 4,1 km/uur. Eerst liepen we het centrum in. Een leuk pleintje met een mooie oude kerk uit de 12e eeuw en een waterpomp.

In 1886 liet Baron van Heeckeren van Wassenaer op het landgoed Twickel boringen naar drinkwater uitvoeren. Men stuitte bij toeval op zoutlagen. Dit was de eerste ontdekking van zout in de Nederlandse bodem. Tot dan kwam het zout vooral uit Duitsland. Toen de zoutimport ten tijde van de Eerste Wereldoorlog moeilijk werd, besloot men in 1918 om zelf zout te winnen voor de Nederlandse markt. Delden heeft sinds 1985 een Zoutmuseum, dat toen door Koningin Beatrix werd geopend.

Ook de waterleiding naar en in Delden is door baron van Heeckeren aangelegd. Als dank hiervoor schonk de burgerij hem een nieuwe stadspomp met twee lantaarns er bovenop en met twee leeuwenkoppen aan weerszijden. De pomp is nu een monument.

Gedurende de hele wandeling kwamen we overal bordjes met Twickel tegen. Ook de boerenhoeven behoorden vroeger en misschien ook nu nog tot het landgoed.

Twickel is het grootste landgoed van Nederland en een van de belangrijkste Overijsselse havezaten. Het landgoed is 4000 ha. groot en de havezate zelf staat ten noorden van Delden. En daar komen we vandaag niet. We gaan all the way over het Kerkveldervoetpad naar Beckum en we kwamen uit bij het Proggiehuis.
Dan de Hagmolenbeek over. Iets verder komen we weer langs deze beek. Via het KoBuspad komen we op de Benteler Esch. Hier staat ook een bankje waar we onze boterhammen opeten. Rondom deze es liggen zeven boerderijen waarvan de meeste al van voor 1200 zijn. Langs de kerk van Bentelo lopen we. In Bentelo zelf is een café en een ijssalon, maar helaas zijn deze op dinsdag gesloten. Cor vraagt aan de eigenaar of hij zijn flesje water mag vullen en dat mag. We rusten op het terras nog even uit. Dan lopen we de Hagmolenweg in. Tegenover de picknicktafel on der de oude eik stond de havezathe Hachmeule met een watermolen. Het molentje werd aan het eind van de 15e eeuw gebouwd. Geen havezathe en ook geen molen te zien. Wel een mooie plek.

Vlak voor de Hofstedenweg komen we langs een particuliere kinderopvang, waar de kinderen in de tuin in een zwembadje onder een parasol aan het spelen zijn. Ik vroeg daar aan de leidster of ik mijn flesje met water mocht vullen. Dat mocht en we kregen ook een kopje thee aangeboden in de tuin en onder de parasol gezeten op voor ons gehaalde tuinstoelen. Dit was de Twentse gastvrijheid waar we eerder op gemopperd hadden. Tenslotte het laatste warme stuk naar Delden met een volle koele waterfles. Temperatuur 31 graden Celsius. Het was een mooie wandeling, maar het was voor ons te warm.

Geen opmerkingen: