woensdag 28 juli 2010

Rondwandeling Wageningen 20 km 27-07-2010






Om vijf over half tien zijn we op het busstation van Wageningen gestart en om tien over half drie waren we weer terug. Rusttijd 45 minuten. Gemiddelde loopsnelheid 4,7 km/uur. Totaal gemiddelde snelheid 4,0 km/uur.We liepen eerst een rondje door Wageningen langs hotel de Wereld, de stadsgracht en de resten van het Wagenings kasteel. Op 12 juli 1263 verleende graaf Otto II van Gelre stadsrechten aan Wageningen. Daarna gingen we de dijk op van de Nederrijn. Vervolgens klommen we naar het Belmonte arboretum op de Wageningse berg via de oudste weg van Wageningen, die leidde naar een nederzetting "Vada" en zich in 69 bevond tegenover een doorwaadbare plaats in de rivier. Via de rustieke wijk de Sahara (hoe komen ze op de naam voor zo'n groene wijk) komen we op de Wageningse eng. We hebben daar een weids uitzicht en we komen langs twee pluktuinen. Tegen betaling kan je daar bloemen of fruit plukken. Vervolgens een eind door het bos tot het restaurant "Nol in 't Bosch". We hebben daar een lekker kopje koffie gedronken en daarna weer verder door het prachtige oude bos waar we vervolgen uitkomen op het beekdal. Van het beekdal is helaas weinig te zien ondanks dat we er kilometers langs gelopen hebben zelfs op een smal paadje met aan een kant schrikdraad en aan de andere kant een groot hekwerk. Of ze de wandelaar ook vertrouwen. Dan komen we via een vennetje bij Oranje Nassau's oord, dit is een voormalig TBC sanatorium geschonken door koninging Emma.We hebben daar gezeten op een bankje onze boterhammen opgegeten. Dan weer een heel stuk over de rand van de Wageningse berg tot we tenslotte in de uiterwaarden terecht komen we gaan daar langs een oude gerestaureerde steenfabriek, die niet meer in bedrijf is. Een nauwelijks zichtbaar pad hebben we niet gezien en op mijn gps stond deze route ook niet en daarom hebben we maar omgelopen via het droge pad op de zomerdijk. Vervolgens een stuk over de winterdijk en langs de stadsgracht kwamen we weer bij het begin van de wandeling.

woensdag 14 juli 2010

Twentse beken en dreven Delden 13-07-2010 25km




Om zeven over half tien zijn we op het station van Delden gestart en om drie uur veertig waren we weer terug. Rusttijd 45 minuten. Gemiddelde loopsnelheid 4,8 km/uur. Totaal gemiddelde snelheid 4,1 km/uur. Eerst liepen we het centrum in. Een leuk pleintje met een mooie oude kerk uit de 12e eeuw en een waterpomp.

In 1886 liet Baron van Heeckeren van Wassenaer op het landgoed Twickel boringen naar drinkwater uitvoeren. Men stuitte bij toeval op zoutlagen. Dit was de eerste ontdekking van zout in de Nederlandse bodem. Tot dan kwam het zout vooral uit Duitsland. Toen de zoutimport ten tijde van de Eerste Wereldoorlog moeilijk werd, besloot men in 1918 om zelf zout te winnen voor de Nederlandse markt. Delden heeft sinds 1985 een Zoutmuseum, dat toen door Koningin Beatrix werd geopend.

Ook de waterleiding naar en in Delden is door baron van Heeckeren aangelegd. Als dank hiervoor schonk de burgerij hem een nieuwe stadspomp met twee lantaarns er bovenop en met twee leeuwenkoppen aan weerszijden. De pomp is nu een monument.

Gedurende de hele wandeling kwamen we overal bordjes met Twickel tegen. Ook de boerenhoeven behoorden vroeger en misschien ook nu nog tot het landgoed.

Twickel is het grootste landgoed van Nederland en een van de belangrijkste Overijsselse havezaten. Het landgoed is 4000 ha. groot en de havezate zelf staat ten noorden van Delden. En daar komen we vandaag niet. We gaan all the way over het Kerkveldervoetpad naar Beckum en we kwamen uit bij het Proggiehuis.
Dan de Hagmolenbeek over. Iets verder komen we weer langs deze beek. Via het KoBuspad komen we op de Benteler Esch. Hier staat ook een bankje waar we onze boterhammen opeten. Rondom deze es liggen zeven boerderijen waarvan de meeste al van voor 1200 zijn. Langs de kerk van Bentelo lopen we. In Bentelo zelf is een café en een ijssalon, maar helaas zijn deze op dinsdag gesloten. Cor vraagt aan de eigenaar of hij zijn flesje water mag vullen en dat mag. We rusten op het terras nog even uit. Dan lopen we de Hagmolenweg in. Tegenover de picknicktafel on der de oude eik stond de havezathe Hachmeule met een watermolen. Het molentje werd aan het eind van de 15e eeuw gebouwd. Geen havezathe en ook geen molen te zien. Wel een mooie plek.

Vlak voor de Hofstedenweg komen we langs een particuliere kinderopvang, waar de kinderen in de tuin in een zwembadje onder een parasol aan het spelen zijn. Ik vroeg daar aan de leidster of ik mijn flesje met water mocht vullen. Dat mocht en we kregen ook een kopje thee aangeboden in de tuin en onder de parasol gezeten op voor ons gehaalde tuinstoelen. Dit was de Twentse gastvrijheid waar we eerder op gemopperd hadden. Tenslotte het laatste warme stuk naar Delden met een volle koele waterfles. Temperatuur 31 graden Celsius. Het was een mooie wandeling, maar het was voor ons te warm.

woensdag 7 juli 2010

Rondwandeling Eys 21,5 km 06-07-2010











Om tien voor elf zijn we gestart bij herberg "Bie de Tantes". Naast de St. Agathakerk. Het café was dicht.Later bleek dat alle cafés op dinsdag gesloten zijn. Om vijf over vier waren we weer terug. Gemiddelde loopsnelheid 4,7 km/uur. Rusttijd 40 minuten. Totaal gemiddelde snelheid 4,1 km/uur. We staken het miljoenenlijntje over en liepen door tot de Selzerbeek. Later kwamen we bij Oud-Lemiers nog een keer langs deze beek. Via het plaatsje Whalwiller naar de Mechelderbeek. Deze beek stroomde over het pad maar ze hadden voor wandelaars een bruggetje gemaakt. In het gehucht Rott waren ze vlak bij een boerderij een flinke fik aan het stoken. Een beetje dom!! Van Vijlen liepen we richting Harles. Eerst hebben we nog onze boterhammen opgegeten en in Oud-Holset hebben we genoten van een kopje thee in onze welverdiende pauze. Hier waren drie Restaurants naast elkaar in een piepklein dorpje. Het is daar in Limburg alles of niets. Holset ligt in de gemeente Vaals. Hier is het drielandenpunt. Ik vertelde Cor dat het vroeger het vierlandelpunt was met als vierde land neutraal Moresnet. Dit was van 1816 tot 1920. Moresnet ontstond doordat Pruisen en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden tijdens het Congres van Wenen in 1815 na de val van Napoleon niet tot een akkoord konden komen over de grens tussen hun gebieden. Het twistpunt was de zinkmijn Altenberg / Vieille Montagne in het plaatsje Kelmis. Pas in 1816 werd een compromis bereikt: krachtens het Verdrag der Grenzen werd Moresnet deel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, Neu-Moresnet werd deel van Pruisen en het daartussen gelegen gebied met het dorpje Kelmis werd een condominium onder de naam Neutraal Moresnet met als staatshoofd de burgemeester van Kelmis. Beide landen bestuurden Neutraal Moresnet, een gebied met 256 inwoners, met een Pruisische en een Nederlandse (na 1830 Belgische) commissaris. Toen België in 1830 onafhankelijk werd, nam het de bestuurlijke rechten van Nederland over.
Het einde van Neutraal Moresnet kwam met de Eerste Wereldoorlog. In 1914 werd het bezet door Duitsland, waarin Pruisen was opgegaan. Dat land verloor de oorlog, en bij het Verdrag van Versailles werd in 1919 beslist dat Neutraal Moresnet bij België gevoegd zou worden. Artikel 32 van het Verdrag van Versailles luidt: "Duitschland erkent de volkomen soevereiniteit van België over het geheele betwiste gebied van Moresnet". Op 10 januari 1920 lijfde België Neutraal Moresnet definitief in en het gebied werd toegevoegd aan de Oostkantons onder leiding van generaal Herman Baltia. De zinkmijn, dé bestaansreden van Neutraal Moresnet, was reeds uitgeput in 1885.
Verderop bij Oud-Lemiers gingen we de Duitse grens over. We liepen daar langs een kasteeltje. Later kwamen we langs nog twee andere kasteeltjes. Het tweede kasteel was bij Mamelis. Het laatste kasteel was kasteel "Goedenraad". Het oorspronkelijke kasteel dateert uit de 14e eeuw. Nu staat eer een 18e eeuws huis. Het café op de Bhaneheide was ook gesloten. Terug in Eys liepen we onder het miljoenenlijntje door, over de Eyserbeek en waren alle cafés gesloten. Gelukkig konden we "Bie de Tantes" nog een flesje water krijgen voor de grote dorst. Een prachtige wandeling bij 25 graden Celsius. Wel veel klimmen en dalen maar het uitzicht en de wisselende landschappen van korenvelden en bosjes,weiden en beekjes waren zeer de moeite waard.